Home > Kenniscentrum > Hoe bepaal je de waarde van een vakantiedag?

Hoe bepaal je de waarde van een vakantiedag?

Gepubliceerd: 16 juli 2020 | door Ronald Verheij

Een werknemer dient tijdens vakantie het loon te ontvangen dat vergelijkbaar is met het loon over gewerkte periodes. Hierbij is van belang dat de werknemer geen financieel nadeel mag ondervinden van het opnemen van vakantie. De waarde van een vakantiedag bepaal je aan de hand van aantal zaken. Uit rechtspraak blijkt dat niet alleen het vaste basisloon, maar alle looncomponenten die ‘intrinsiek samenhangen met de taken die de werknemer zijn opgedragen in het kader van de arbeidsovereenkomst’ onder de waarde van vakantiedag vallen. Dit betekent dus ook dat andere vaste componenten zoals vakantietoeslag, en een vaste dertiende maand of eindejaarsuitkering hierin moeten worden betrokken. Maar ook een bonus, provisies, en allerlei toeslagen bij bijvoorbeeld onregelmatige diensten moeten worden meegerekend bij de waarde van een vakantiedag. Als de werknemer bijvoorbeeld tijdens zijn dienstverband regelmatig bonussen krijgt die afhangen van zijn eigen loon en zijn teamprestatie, dan dient dit als een vergoeding te worden gezien voor de uitvoering van opgedragen taken. Er is dan tijdens het dienstverband een onlosmakelijk verband tussen beloning en opgedragen werkzaamheden.

Componenten die alleen strekken ter vergoeding van incidentele of bijkomende kosten hoeven niet te worden meegenomen. Hierbij kan gedacht worden aan een reis- of onkostenvergoeding. Maar ook een incidentele overwerkvergoeding behoort niet tot de waarde van het vakantieloon.

Waarde werkgeversdeel pensioenpremie telt niet mee

Tot voor kort was de lijn in de rechtspraak dat ook het werkgeversdeel pensioenpremie tot de waarde van een vakantiedag behoort. Het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden heeft anders besloten. In deze uitspraak is de werknemer van mening dat indien de arbeidsovereenkomst niet was geëindigd en hij zijn vakantiedagen had kunnen opnemen, zijn pensioenopbouw gedurende die periode was voortgezet en hij voor die gemiste pensioenopbouw gecompenseerd dient te worden door uitbetaling van het werkgeversdeel.

Het Hof is van mening dat het werkgeversdeel van de pensioenpremie dat voldaan werd aan het bedrijfspensioenfonds een betaling aan een derde is en geen vergoeding die de werkgever aan de werknemer moet betalen. De werknemer heeft er wel recht op dat deze bijdrage wordt betaald, maar heeft zelf geen recht op dit bedrag en kan ook niet zelf bepalen waar hij dit voor wordt gebruikt. Het Hof geeft aan dat de pensioenschade waarop de werknemer doelt een gevolg is van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en niet uit het niet opnemen van de vakantiedagen. De premie staat niet in intrinsiek verband met het bestaan van de arbeidsovereenkomst en dient daarom niet te worden meegenomen in de berekening van de waarde van de niet-genoten vakantiedagen per einde dienstverband.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 7 augustus 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7137

Lees hier ook meer over het kopen en verkopen van vakantiedagen.

Onregelmatigheidstoeslag telt wel mee

Een werkneemster, werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg, vordert doorbetaling van de onregelmatigheidstoeslag tijdens haar vakantiedagen over de jaren 2010 tot en met 2015. Dit is tevens op deze wijze opgenomen in de CAO GGZ. In eerste instantie wijst de kantonrechter de onregelmatigheidstoeslag alleen toe over de wettelijke vakantiedagen. In hoger beroep oordeelt het hof Arnhem dat op grond van artikel 7:639 BW de werkneemster gedurende zijn vakantie recht op loon behoudt. Van dit artikel kan op grond van artikel 7:645 BW niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken, tenzij zodanige afwijking bij die artikelen is toegelaten.

Het Hof onderzoekt vervolgens of onregelmatig werken intrinsiek samenhangt met de functie van de verpleegkundige. De werkneemster blijkt in ieder geval in dat jaar voor veruit het merendeel van de door haar gewerkte diensten aanspraak te hebben gemaakt op uitbetaling van de onregelmatigheidstoeslag. Dit blijkt uit het door werkneemster verstrekte overzicht. De werkneemster verrichtte haar werkzaamheden feitelijk op onregelmatige tijden en dit ook behoorde tot de aan haar opgedragen taken aangezien de werkgever ervoor kiest om de werktijden op basis van een rooster te regelen. Hierdoor is sprake van een intrinsiek verband tussen de onregelmatigheidstoeslag en de werkzaamheden van de werkneemster. Dit betekent dat de financiële vergoeding hiervoor (de onregelmatigheidstoeslag) dient te worden gerekend tot het gebruikelijke loon van werkneemster en dat zij tijdens vakanties recht heeft op doorbetaling van het loon inclusief de onregelmatigheidstoeslag

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18 december 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:11061