Home > Kenniscentrum > Het Wetsvoorstel VBAR uitgelegd
Brightmine background

Het Wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden uitgelegd

Brightmine resources graphic

Gepubliceerd: 16 september 2024 | door Redactie

12 veelgestelde vragen over de Wet VBAR

1. Waar staat Wet VBAR voor?

Wet VBAR staat voor de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’. Met deze wet wil het kabinet schijnzelfstandigheid terugdringen.

2. Wat regelt de Wet VBAR?

In de Wet VBAR wordt een duidelijker toetsingskader gegeven, waardoor werkenden en werkgevenden vooraf meer zekerheid hebben over hun rechtspositie. Het gezagscriterium wordt verder uitgewerkt en de wet bevat twee hoofdelementen om het begrip ‘gezag’ te verduidelijken. Deze hoofdelementen worden vervolgens bij algemene maatregel van bestuur verder ingevuld met een aantal indicaties. Daarnaast introduceert de Wet VBAR een rechtsvermoeden: als het uurloon lager is dan €35,00 (juli 2024), wordt aangenomen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.

3. Vanaf wanneer treedt de Wet VBAR in werking?

De Wet VBAR zou oorspronkelijk op 1 januari 2025 in werking treden, maar door het vele commentaar op het wetsvoorstel en de daaropvolgende aanpassingen is dit niet haalbaar gebleken. De nieuwe beoogde inwerkingtredingsdatum is nu 1 januari 2026, maar het is zeer de vraag of deze datum gehaald zal worden.

4. Loop ik tot 1 januari 2026 geen risico als ik werk met zzp’ers?

Totdat de Wet VBAR in werking treedt, blijven de huidige regels van kracht. Hoewel schijnzelfstandigheid ook onder de huidige regels niet is toegestaan, is de norm minder duidelijk. Tot 1 januari 2026 handhaaft de Belastingdienst de huidige regelgeving. Vanaf 1 januari 2025 wordt het handhavingsmoratorium opgeheven en zal de Belastingdienst weer actief gaan handhaven. Uiteraard kunnen zzp’ers die van mening zijn dat ze eigenlijk een arbeidsovereenkomst hebben, zowel onder de huidige wetgeving als onder de toekomstige Wet VBAR, een arbeidsovereenkomst claimen.

5. Loop ik onder de Wet VBAR ook een risico als er vanuit beide partijen bewust is gekozen voor het zzp-schap?

Het kabinet heeft duidelijk gemaakt dat niet alleen de onderkant van de arbeidsmarkt moet worden beschermd, maar ook het sociale stelsel als geheel. Als te veel werknemers als schijnzelfstandigen werken en door belastingvoordelen minder bijdragen aan de algemene sociale voorzieningen, komen die voorzieningen onder druk te staan. Een bewuste keuze voor zelfstandigheid biedt dus geen garanties.

6. Wat is de status van de Wet VBAR?

Het wetsvoorstel ligt sinds 27 juni 2024 bij de Raad van State voor advies. Nadat het advies is ontvangen door de Minister van SZW, Van Hijum, zal hij de Wet VBAR, al dan niet na aanpassing, naar de Tweede Kamer sturen. Vervolgens moet het wetsvoorstel nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd.

7. Hoe wordt beoordeeld of iemand werkt als zelfstandige?

In de Wet VBAR zijn indicaties opgenomen die relevant zijn voor de toets of iemand werkt voor eigen rekening en risico, en dus als zelfstandige.

De volgende indicaties wijzen erop dat iemand werkt voor eigen rekening en risico:

  • (Z1) De financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden liggen bij de werkende.
  • (Z2) Bij het verrichten van de werkzaamheden is de werkende zelf verantwoordelijk voor gereedschap, hulpmiddelen en materialen.
  • (Z3) De werkende is in het bezit van een specifieke opleiding, werkervaring, kennis of vaardigheden, die in de organisatie van de werkgevende niet structureel aanwezig is.
  • (Z4) De werkende treedt tijdens de werkzaamheden zelfstandig naar buiten.
  • (Z5) Er is sprake van een korte duur van de opdracht en/of een beperkt aantal uren per week.

De indicaties worden door het kabinet verder uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur. In HR & Compliance Center van Brightmine lezen abonnees een toelichting op deze indicaties in kennisdocument over dit ‘hoofdelement Z’.

8. Als de werkende voldoet aan een aantal indicaties van hoofdelement Z, is hij dan een zzp’er?

Nee, dat kun je niet zo stellen. Je moet de indicaties van hoofdelement Z altijd afzetten tegen de indicaties die juist wijzen op werknemerschap (hoofdelement W). Pas als de indicaties van Z zwaarder wegen dan die van W, kan de conclusie worden getrokken dat iemand niet als werknemer werkzaam is (en dus als zelfstandige werkzaam kan zijn).

Live webinar - ZZP'ers

Webinar: Alles wat HR moet weten als je met zzp’ers werkt


9. Wanneer wordt aangenomen dat de financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden bij de werkende liggen?

Dit kan het geval zijn als de werkende bijvoorbeeld winst maakt, aansprakelijkheidsrisico’s draagt en voor eigen rekening het werk (deels) opnieuw moet doen als dit niet goed genoeg is. Het maakt daarbij niet uit of de werkende verzekeringen heeft afgesloten om deze risico’s af te dekken.

Wat nog wel belangrijk is, is dat de werkende er zelf voor heeft gekozen om de financiële risico’s te dragen. Als deze risico’s worden opgelegd door de opdrachtgever en de werkende hier niets tegenin kan brengen, dan is dit niet bruikbaar om aan te tonen dat iemand een zelfstandige is.

10. De werkende moet zelf een laptop meenemen, is dit relevant bij de beoordeling of iemand zelfstandige is?

Nee, dit is in principe niet relevant. Wat wel relevant is, is dat iemand zelf investeringen doet in bedrijfsmiddelen en in de opdracht ook zijn eigen materialen gebruikt. Dit duidt echter alleen op zelfstandigheid als het gaat om bedrijfsmiddelen die in de privésfeer niet als basisvoorziening worden gezien. Een laptop wordt bijvoorbeeld in de privésfeer als basisvoorziening beschouwd, net als een personenauto en een telefoon. Het kopen en meenemen van een eigen laptop levert dus in principe geen indicatie op dat er sprake is van werken als zelfstandige.

11. Is het belangrijk dat een werkende over specifieke vaardigheden bezit, die in het bedrijf zelf niet aanwezig zijn?

Ja, het beschikken van de werkende over een specifieke opleiding, werkervaring, vaardigheden of kennis die in de organisatie van de werkgevende niet structureel aanwezig is, is een indicatie die wijst op zelfstandigheid. Dit kan dus een rol spelen in de uiteindelijke beoordeling van de arbeidsrelatie.

12. Het is belangrijk dat sprake is van een korte duur van de opdracht, maar wat wordt hiermee bedoeld?

Een indicaties voor zelfstandigheid, is inderdaad dat een opdracht van korte duur en/of voor een beperkt aantal uren per week is. Wat hier precies mee wordt bedoeld, daar waagt het kabinet zich niet aan. Het hangt namelijk sterk af van de omstandigheden van het geval. De ene opdracht is van zichtzelf al langer dan de ander. Als uitgangspunt geldt: als de opdracht korter en met minder uren is dan gangbaar is voor dit soort werk (binnen de organisatie), dan wijst dit op werken als zelfstandige.

Misschien vind je dit ook interessant

Whitepapers

Whitepaper Prinsjesdag

De begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor 2025 bevat belangrijke maatregelen voor HR-professionals. We …

Blogs

Highlights voor HR – Prinsjesdag

Op Prinsjesdag presenteert de regering de Rijksbegroting en de Miljoenennota en maakt het kabinet de plannen voor 2025 …

Blogs

Investeren arbeid en ondernemerschap – Prinsjesdag

Wat is er op Prinsjesdag bekendgemaakt over de krapte op de arbeidsmarkt, levenslang ontwikkelen en de CSRD?