
Dit moet je weten als je zorgtaken overdraagt aan mantelzorgers
Je ziet het steeds meer: mantelzorgers die zorgtaken overnemen van professionals. Dat kan voor alle partijen goed uitpakken, maar zorg wel voor duidelijke afspraken. Expert Hanneke de Boer geeft de ins en outs.

Gepubliceerd: 14 april 2025 | door Annet Maseland
Hanneke de Boer is beleidsadviseur bij MantelzorgNL en richt zich daar met name op de samenwerking tussen formele en informele zorg. Het is een actueel thema. In ziekenhuizen, verpleeghuizen en de thuiszorg nemen familieleden zorgtaken over en ontlasten daarmee de zorgprofessionals. Toch is er ook terughoudendheid, weet Hanneke de Boer. Want wat mag een mantelzorger allemaal doen? Wie is er verantwoordelijk voor als het misgaat? En waar moet je op letten? Ze geeft antwoord op de belangrijkste vragen.
Wat mag een mantelzorger doen?
In principe mag een mantelzorger bijna alles, van oogdruppelen en steunkousen aandoen tot wondzorg en subcutaan injecteren. Maar ook risicovolle of voorbehouden handelingen uitvoeren, zoals injecties en katheterisaties. De Boer: ‘Wat zorgprofessionals mogen uitvoeren is allemaal vastgelegd in de BIG-registratie. Maar een mantelzorger valt daar niet onder want die verricht handelingen niet vanuit zijn beroep.’
Wie is verantwoordelijk voor de zorg die een mantelzorger levert?
De mantelzorger is verantwoordelijk voor de zorg die hij geeft. Maar dat ontslaat de zorginstellingen en zorgprofessionals niet van elke verantwoordelijkheid, benadrukt De Boer. ‘Het is de taak van de zorgprofessional om de mantelzorger de handeling aan te leren en te beoordelen of deze bekwaam is om hem uit te voeren. Ook heeft de zorgprofessional de plicht om in te grijpen als deze signaleert dat het niet goed gaat of dreigt te gaan. Dan ga je daarover in gesprek met de mantelzorger en de patiënt en bespreek je hoe het beter kan of welke zorg nodig is. Afspraken moeten altijd duidelijk genoteerd worden in het zorgplan, zodat iedereen ervan afweet.’
Ook vrijwilligers mogen zorghandelingen uitvoeren vanuit taakdelegatie. Maar dan ligt de verantwoordelijkheid weer net even anders, legt De Boer uit. Vrijwilligers zijn namelijk onbetaalde krachten die wel onder de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder vallen. De vrijwilliger voert de handeling uit in opdracht van de zorgaanbieder.
Dat onderscheid tussen vrijwilligers en mantelzorgers is relevant. Vraagt een verpleeghuis bijvoorbeeld een mantelzorger structureel om bepaalde taken regelmatig uit te voeren bij andere bewoners, dan maakt hem dat feitelijk tot vrijwilliger. Het verpleeghuis is vervolgens aansprakelijk als er iets misgaat. Doet de mantelzorger dat spontaan en buiten het zicht van zorgprofessionals, dan is deze zelf verantwoordelijk. De zorgaanbieder moet om die reden voorkomen dat er spontaan taken uitgevoerd worden. Want als de zorgaanbieder weet dat de mantelzorger (spontaan) risicovolle taken uitvoert bij andere cliënten, dan is de zorgaanbieder wel weer aansprakelijk.
‘Veel mantelzorgers zijn zich niet bewust van de risico’s die ze nemen op dat moment’, waarschuwt De Boer. ‘Een handeling als eten geven kan, zeker bij bewoners met slikproblemen, risicovol zijn. Ook een tillift bedienen is complex en kan ernstige gevolgen hebben als het fout gaat.’
Wat mogen mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg? Wie is verantwoordelijk als er iets mis gaat? In een webdossier geeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) daar duidelijkheid en tips over.
Wat zijn aandachtspunten bij het overdragen van taken?
‘Als een familielid een zorghandeling overneemt van een professional, moet de cliënt of patiënt daar toestemming voor geven. Het is verder belangrijk dat de handeling is aangeleerd door een deskundige zorgverlener en dat ook regelmatig wordt gecheckt of het goed blijft gaan. Denk aan een verpleegkundige achterwacht voor de instructies. Maak duidelijke afspraken en noteer deze in het zorgdossier.’
Heb oog voor de situatie waarin mantelzorgers verkeren, zegt De Boer. ‘We verwachten steeds meer van mantelzorgers. Maar weet wel wat je vraagt. Het gaat om meer dan een technische handeling. Voor een familielid spelen er twijfels en emotie mee. Wat als ik het fout doe? Als ik een keer niet kan, neemt de buurvrouw het dan over? Of kan ik dan nooit meer weg? Stopt mijn zorg in de huishouding nu ook? Zorgtaken overdragen vereist kortom een goed gesprek.’
‘Een mantelzorger is geen professional en mag altijd weigeren om een zorgtaak te verrichten. Bied ruimte voor de keuzevrijheid van de mantelzorger. Bespreek ook de achtervang als de mantelzorger een tijdje weg wil of de zorgtaken tijdelijk niet kan doen. Het kan nadelig zijn voor de mantelzorger dat als de handeling wordt overgedragen helemaal uit beeld verdwijnt. In de ideale situatie blijft de wijkverpleging als achterwacht in beeld, bijvoorbeeld door een regelmatige evaluatie.’
‘Soms is het lastig voor de familie om grenzen aan te geven’, weet De Boer. Ze geeft een voorbeeld. ‘Een moeder van een zoon met een hersentumor vond het belastend om de wondzorg te doen. Maar weigeren durfde ze niet, omdat het voelde als falen. In andere gevallen is de relatie slecht en liggen zorgtaken om die reden gevoelig.’
Bij mantelzorg ligt tot slot overbelasting altijd op de loer. Vermoeidheid, snel huilen, informatie niet opnemen, kribbige opmerkingen; het kunnen allemaal signalen dat een naaste tegen zijn grenzen aanloopt. Soms ook komt de klad er na een tijdje in. ‘Het is belangrijk om overgedragen taken te blijven evalueren.’
Handig: MantelzorgNL heeft een keuzehulp over de gevolgen, risico’s en voor- en nadelen van het zelf verrichten van zorghandelingen. Dat kan als ondersteuning bieden bij het gesprek met mantelzorgers daarover.
Wat vind je een goed voorbeeld hoe wordt samengewerkt met informele zorg?
‘Een goed initiatief is de Academie voor zelfzorg van Stichting Kompaz. Die is voortgekomen uit de Mantelzorgacademie van Maastricht UMC. Mantelzorgers krijgen in het ziekenhuis handelingen aangeleerd zodat patiënten eerder naar huis kunnen. De ligduur wordt verkort en in de thuissituatie is er winst, omdat minder thuiszorg ingezet hoeft te worden. Wat goed is aan de Mantelzorgacademie is dat ze werken met instructieverpleegkundigen. Want zorgtaken overdragen en het checken van competenties vraagt om didactische vaardigheden. Daarbij is er ook een samenwerking met het MantelzorgNL. Stichting Kompaz heeft dat heel zorgvuldig opgezet en dat wordt nu landelijk uitgerold.’
Het aanleren van zorgtaken wordt nog wel eens onderschat volgens De Boer. ‘Het gaat verder dan alleen een handeling goed kunnen uitvoeren. Het gaat ook over attitude, checken van de belastbaarheid van de mantelzorger. Het omvat het vastleggen van afspraken en het regelen van de thuiszorg, achtervang en de evaluatie. Veel zorginstellingen hebben samenwerkingen met aanbieders van online tutorials. Die tutorials zijn prima, maar niet voldoende. Alleen een filmpje waarin je leert hoe je de tillift bedient, is niet voldoende. Zorgtaken overdragen moet zorgvuldig gebeuren. Anders loop je het risico dat het misgaat, met alle gevolgen van dien.’
Is samenwerken met informele zorg een oplossing voor het personeelstekort?
Soms wel, maar niet altijd, is de ervaring van De Boer. ‘Wat de meeste winst oplevert, zijn laagcomplexe handelingen met veel volume in de thuiszorg. Vooral de handelingen waarbij de zorgprofessional daarna helemaal niet meer hoeft langs te komen. Denk aan 4 keer per dag oogdruppelen of het aandoen van steunkousen. In dunbevolkte regio’s loop je wel weer het risico dat als je veel handelingen overdraagt de routes leeglopen.’
Toch leidt de inzet van familie in het verpleeghuis niet tot minder werkdruk, ervaart 56% van de ondervraagden in een enquête onder vierhonderd verzorgenden en verpleegkundigen door Investico in samenwerking met beroepsvereniging voor zorgpersoneel V&VN.
‘Dat klopt’, zegt De Boer. ‘Zij aan zij werken met naasten vraagt een andere rol van de zorgprofessional. Je moet handelingen aanleren, in de gaten houden of het goed gaat. Je rol verandert en daar zitten sommige zorgprofessionals helemaal niet op te wachten. Ze voelen zich op hun vingers gekeken, vinden het vervelend dat familie rondloopt in hun werkruimtes. Of ze zijn bang voor hun baan. Als iedereen zo maar die handelingen mag uitvoeren zonder een diploma te halen, wat stelt mijn baan dan nog voor? Bovendien vraagt samenwerken met mantelzorgers veel afstemming. Niet alle mantelzorgers willen zorgtaken doen. Ze kunnen niet altijd of willen sommige taken niet. Dat vereist best wel een organisatie.’
Wat zijn je tips voor HR?
‘Ik waarschuw zorginstellingen altijd om niet te licht te denken over het overdragen van handelingen naar informele zorg. Het is niet een kwestie van ‘we betrekken de mantelzorgers en dan is het personeelstekort opgelost’. Familie taken laten verrichten, puur en alleen om zorgprofessionals te ontlasten, kan nooit de bedoeling zijn.’
‘Zorg dat er een duidelijke visie ligt wat familie en zorgprofessionals over en weer van elkaar mogen verwachten. Maak beleid met daarin heldere afspraken over taakafbakening, zodat er geen grijze gebieden zijn. Inventariseer welke risicovolle handelingen er voorkomen op de afdelingen en hoe je de handelingen aanleert en evalueert. In dat beleid leg je ook vast welke handelingen vrijwilligers en mantelzorgers niet mogen doen zonder eerst een cursus of training te hebben gevolgd. In grote steden heb je bijvoorbeeld vrijwilligersacademies, waar je duidelijke afspraken mee kunt maken. Bij tilliften zijn er vaak leveranciers die cursussen verzorgen. Zorg voor een apart vrijwilligersbeleid, met vrijwilligerscontracten en een check op de verzekeringen.’
Nog iets wat De Boer HR wil meegeven: een derde van de zorgmedewerkers is zelf mantelzorger ‘Het is goed om beleid te maken op de werkende mantelzorgers in de eigen organisatie. Dat kunnen maatwerkoplossingen zijn, een zorgverlof of de mogelijkheid om flexibeler de werktijd in te delen. Alleen al bespreekbaar maken en erkenning tonen en begrip is enorm helpend.’

Bekijk onze uitgebreide HR-bronnen en expertise
In een steeds veranderende regelgevingsomgeving hebben wij alles voor jou in huis om overzicht te behouden en aan de regelgeving te voldoen.
Over de auteur

Brightmine
Met meer dan 10.000 klanten is Brightmine een toonaangevende wereldwijde leverancier van personeelsdata, analyses en inzichten voor HR.
Al meer dan twee decennia helpt Brightmine, voorheen bekend als XpertHR, om leiders in HR vol vertrouwen hun weg te vinden in de steeds veranderende wereld van HR. Dit doen we door het combineren van cao-data, arbeidsmarktdata, AI-technologie en vertrouwde HR-expertise.
Brightmine is een divisie van LexisNexis Data Services binnen RELX®, een wereldwijde aanbieder van informatie, analyses en beslissingshulpmiddelen. RELX bedient klanten in meer dan 180 landen en heeft meer dan 35.000 werknemers. Ticker: Londen: REL; Amsterdam: REN; New York: RELX.
Volg Brightmine op LinkedIn