Geldt ontslag op staande voet nog na afslaan vaststellingsovereenkomst?

Gepubliceerd: 16 september 2020 | door Brightmine

De werknemer – een vijftiger– is ruim dertig jaar in dienst bij de werkgever. Op een dag wordt hij betrapt op het stelen van bedrijfseigendommen. De werkgever stelt de werknemer diezelfde dag nog voor de keuze: of hij wordt op staande voet ontslagen, of hij kan een beëindigingsovereenkomst ondertekenen waarbij de opzegtermijn in acht wordt genomen. De werkgever geeft de werknemer de kans om nog enige tijd zijn werkzaamheden uit te voeren, waarbij de werknemer gebruik mag blijven maken van de bedrijfsbus. Door de werkgever is geen aangifte van diefstal gedaan.

Wil een ontslag op staande voet stand houden, dan moet er een dringende reden zijn voor het ontslag en moet het ontslag onverwijld zijn gegeven. Onverwijld betekent dat het ontslag zo spoedig mogelijk na de ontdekking van de dringende reden moet worden gegeven. Aan de werkgever wordt enig uitstel verleend om bijvoorbeeld een onderzoek in te stellen naar de diefstal, de werknemer te horen, intern overleg te laten plaatsvinden of (juridisch) advies in te winnen. Wel is het van belang dat de werkgever hierin voortvarend handelt.

Redenen voor het ontslag op staande voet na afslaan vaststellingsovereenkomst

Naast het onverwijlde ontslag moet onverwijlde mededeling plaatsvinden van de redenen voor het ontslag. Het is verstandig de reden schriftelijk mee te delen aan de werknemer. De reden voor het ontslag op staande voet moet niet alleen objectief maar ook ‘subjectief’ dringend zijn. Van een objectieve dringende reden is sprake als voor ieder redelijk en weldenkend mens duidelijk is dat de gedraging van de werknemer zo ernstig is dat van de werkgever niet kan worden verwacht dat hij de arbeidsovereenkomst voortzet. Subjectief dringend houdt in dat in de concrete situatie van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Uit de handelswijze van de werkgever na de ontdekking van de dringende reden moet de dringendheid van de ontslaggrond blijken.

Diefstal levert in beginsel een objectieve dringende reden op voor een ontslag op staande voet. Onder deze omstandigheden is het de vraag of er ook een subjectief dringende reden aanwezig is voor het ontslag op staande voet. De werknemer is een ‘oudere’ werknemer en heeft een lang dienstverband bij de werkgever. Daarnaast blijkt uit de handelswijze van de werkgever dat hij de situatie niet zodanig dringend vond dat van hem niet langer verlangd kon worden de arbeidsovereenkomst in stand te houden. Hij gaf de werknemer immers de mogelijkheid zijn werkzaamheden te hervatten en de bedrijfsbus te blijven gebruiken. Daarnaast deed hij geen aangifte van de diefstal.

Lees hier ook onze praktijkcase: Liegen over opleiding of werkervaring reden tot ontslag?

Verwijtbaar handelen of een dringende reden?

Hoewel een ontslag op staande voet in dit geval naar alle waarschijnlijkheid geen stand houdt, vormt de diefstal van de werknemer wel aanleiding voor de werkgever om het dienstverband te beëindigen door middel van een vaststellingsovereenkomst.

Let erop dat de werknemer het recht heeft om een vaststellingsovereenkomst binnen twee weken na het aangaan van die overeenkomst te ontbinden. De werknemer blijft in dat geval bij de werkgever in dienst. Een ontbindingsverzoek door de werkgever vanwege verwijtbaar handelen van de werknemer ligt in dat geval voor de hand. Van verwijtbaar handelen is eerder sprake dan van een dringende reden.