‘Ze kunnen niet meer zeggen dat er geen goede vrouwen zijn’
Dankzij succesvol voorkeursbeleid werken aan de TU Eindhoven nu meer vrouwen. Dat ging niet zonder slag of stoot, vertellen Julma Braat en Janna Heynen-Behnke.
Gepubliceerd: 23 juli 2024 | door Jeroen Mascini
De Technische Universiteit Eindhoven scoorde jarenlang slecht met de man-vrouwverhouding in het personeelsbestand. Het Irène Curie-programma heeft wonderen verricht. Julma Braat en Janna Heynen-Behnke van de TU/e vertellen over het succesvolle – en aanvankelijk omstreden – voorkeursbeleid.
Eerst de cijfers. De Technische Universiteit Eindhoven heeft in totaal 7429 mensen in dienst en telde in het laatste collegejaar 13069 studenten. In 2019 was de man-vrouwverhouding wat betreft de instroom van wetenschappers op de Eindhovense campus 70-30. Anno nu ligt die rond 50-50. Een grote stap voorwaarts, met dank aan het Irène Curie-programma waarmee de TU/e vijf jaar geleden van start ging. ‘We konden toen dankzij kabinetsbeleid meer vacatures in één keer openstellen’, vertelt HR policy advisor Julma Braat. ‘We zagen dat als een mooie kans om de diversiteit te verbeteren. Het percentage vrouwen in de wetenschappelijke staf was laag en we hoopten zo op dat vlak impact te maken.’
Vijftig klachten
Het programma hield in eerste instantie in dat de TU/e alle vacatures voor universitair docent, universitair hoofddocent en hoogleraar zes maanden alleen voor vrouwen openstelde. Pas daarna kwamen mannen in aanmerking. ‘We hadden juridisch advies ingewonnen en kregen geen honderd procent ja of nee terug. We besloten het te doen’, zegt Braat. ‘Daarna volgde veel media-aandacht, ook internationaal. En we hoorden heel positieve én heel negatieve geluiden.’
Stichting Radar, die zich inzet voor een samenleving zonder discriminatie, kreeg circa vijftig klachten en stapte naar het College voor de Rechten van de Mens. Dat oordeelde dat het beleid van de TU/e in strijd was met de wetgeving over gelijke behandeling. ‘Daarop hebben we met de hulp van het College het programma aangepast’, zegt Braat. ‘We hebben bekeken op welke van onze negen faculteiten het percentage vrouwen het laagst was en in welke functies dat het geval was. Alleen als er een vacature was op een faculteit waar het aandeel vrouwen lager was dan 35 procent, stelden we die een halfjaar lang enkel voor vrouwen open; en ook dan maar maximaal 50 procent van de vacatures.’
Volledige gelijkheid
Die aanpassing kreeg wél de zegen van het College. Dat oordeelde: ‘De TU/E maakt duidelijk dat deze maatregel noodzakelijk is om een volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verwezenlijken. En de mate waarin mannen worden uitgesloten door de maatregel staat nu in een evenredige verhouding tot het doel dat wordt nagestreefd.’
Het Irène Curie-programma behelsde overigens meer dan de zes maanden durende openstelling alleen voor vrouwen. De via het programma aangenomen vrouwen kregen ook een bijdrage van 100.000 euro voor onderzoek of onderwijs. En zij werden gekoppeld aan een mentor, een Irène Curie-vriend/wetenschapper die helpt bij de eerste stappen in de academische wereld.
Positief effect
Over een deel van het waarom van het voorkeursbeleid zegt Janna Heynen-Behnke, learning & developmentspecialist: ‘Er is best veel wetenschappelijk bewijs voor het positieve effect van meer diversiteit op samenwerking, welbevinden, prestatie en innovatie. Zoals ook bewezen is dat inclusie belangrijk is voor zowel werknemers als werkgever. Je wilt een werkomgeving creëren waarin iedereen zoveel mogelijk zichzelf kan zijn en waarin minderheden zich ook kunnen uiten. Verschillende achtergronden leiden juist tot betere uitkomsten.’
Het doel van het programma was dan ook niet alleen om gelijke waardering en kansen te bevorderen, maar ook om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te verbeteren. De recente cijfers stellen dat het beleid succesvol is geweest, maar de TU/e is nog niet waar ze wil zijn. Daarom is het programma onlangs verlengd tot eind 2029. Het doel is om op alle faculteiten een percentage vrouwen van 30 procent te halen. ‘We focussen ons nu op de zes faculteiten die daar nog onder zitten’, zegt Braat. Nieuw is dat de Irène Curie-voordelen ook gelden voor vrouwen die via een andere weg binnenkomen. Braat: ‘In 2030 hopen we ons doel te hebben bereikt.’
Leidraad voor werkvloer
Als extra winst van de afgelopen jaren noemen Braat en Heynen-Behnke dat er dankzij de inspanningen van de TU/e, maar ook eerder die van de Rijksuniversiteit Groningen en de TU Delft, een leidraad is voor diversiteit op de werkvloer. Het College voor de Rechten van de Mens stelde een factsheet samen. Braat: ‘Andere organisaties hebben nu ook handvatten gekregen om hun voorkeursbeleid in te richten.’
Ogen openen
Dat er op een technische universiteit meer mannen dan vrouwen werken is historisch gezien logisch, maar dat dat altijd zo blijft, is dat niet. Mede daarom is dit beleid ontwikkeld. Braat: ‘Er waren faculteiten die zeiden: er zijn geen vrouwen, maar inmiddels is er niemand die kan zeggen dat er geen goede vrouwen zijn.’ Heynen-Behnke: ‘Niemand is tegen diversiteit of inclusie, maar je hebt wel beleid nodig om de ogen van de mensen te openen. Pas dan worden ze gedwongen om op een andere manier te zoeken.’
Ze noemt het voorbeeld van ‘the shackled runner’, over twee renners die het tegen elkaar opnemen, van wie bij eentje de benen vastgebonden zijn. ‘Diegene loopt natuurlijk langzamer. Daarom moet je niet alleen diens benen losmaken, maar je moet diegene daarna ook op dezelfde positie laten doorgaan als je er een eerlijke race van wil maken. Dat is wat we met het Irène Curie-programma doen: de historische nadelen van vrouwen afschaffen.’
Van elkaar leren
Braat voegt er graag nog aan toe dat ze blij is met het draagvlak voor het programma bij het hogere management van de TU/e. ‘Ook heel belangrijk: deel de goede ideeën met elkaar. Een van onze decanen vroeg bijvoorbeeld om namen van goede vrouwen in zijn vakgebied en ging hen ook benaderen. Leer van elkaar en bevorder het leren in je organisatie.’
Voor wie zich afvraagt wie Irène Curie was: de Franse scheikundige (1897-1956) won de Nobelprijs, net als haar moeder Marie. Beiden speelden een belangrijke rol in de vrouwenemancipatie.
Bekijk onze uitgebreide HR-bronnen en expertise
In een steeds veranderende regelgevingsomgeving hebben wij alles voor jou in huis om overzicht te behouden en aan de regelgeving te voldoen.
Over de auteur
Jeroen Mascini
Een allround journalist kun je Jeroen Mascini wel noemen. Hij was een aardige periode sportverslaggever in de krantenwereld en daarna chef op de redactie van een entertainment magazine. Tegenwoordig heeft hij zijn eigen toko als redactiecoördinator, eindredacteur en journalist. Jeroen schrijft, redigeert en ‘cheft’ voor online en print media over sport, tv, reizen, duurzaamheid én HR. Voor Brightmine interviewt hij sinds begin 2023 HR-professionals over actuele thema’s en trends in hun mooie vak.
Connect met Jeroen op LinkedIn