‘Actuele en accurate cao-data cruciaal voor inlenersbeloning en WTTA’

Gepubliceerd: 15 april 2025 | door Flexmarkt

Remy Goudriaan, senior accountmanager ging in gesprek met Flexmarkt over de uitdagingen binnen de flexbranche.

De flexmarkt staat aan de vooravond van ingrijpende veranderingen. De invoering van de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) en de uitbreiding van de inlenersbeloning zorgen voor nieuwe uitdagingen.

Remy Goudriaan, senior accountmanager bij Brigthmine benadrukt het belang van accurate cao-data om te kunnen anticiperen op deze ontwikkelingen. “Flexbedrijven zijn gewend aan regelmatige wetswijzigingen die directe impact hebben op hun bedrijfsvoering, maar deze veranderingen voegen een extra dimensie toe.”

Nieuwe wetgeving, nieuwe verplichtingen

Na de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) en de recente controle op de Wet DBA, komt nu de WTTA eraan. Hoewel de invoering is uitgesteld, bereiden bedrijven zich al voor op de verplichtingen die deze wet met zich meebrengt. De WTTA introduceert een toelatingsplicht voor uitzendbureaus en bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen. “Dit betekent dat bedrijven die personeel uitlenen straks aan strengere eisen moeten voldoen, zoals een verplichte certificering en aangescherpte nalevingsregels”, vertelt Goudriaan.

Uitbreiding inlenersbeloning

Tegelijkertijd staat een andere belangrijke verandering voor de deur: de uitbreiding van de inlenersbeloning. Dit houdt in dat de beloning voor uitzendkrachten steeds dichter in de buurt komt van de beloning van vaste krachten binnen een bedrijf. Werkgeversorganisaties ABU en NBBU hebben hier vorige week een principe-akkoord over gesloten met vakbond LBV. Goudriaan legt uit: “Waar de inlenersbeloning nu uit een aantal vaste elementen bestaat, wordt dit vanaf 2025 een gelijkwaardige beloning. Hierdoor moeten uitzenders en detacheerders meer beloningscomponenten verwerken. Dit brengt extra administratieve lasten met zich mee, vooral omdat inleners niet altijd precies weten welke arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn.”

Zie ook: ABU en NBBU sluiten cao-akkoord met LBV: Gelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten vanaf 2026

Juridische en financiële risico’s voorkomen

Juist bij de inlenersbeloning komt het belang van actuele en accurate cao-data om de hoek kijken. “Veel partijen halen nu alleen de inlenersbeloning uit cao-data, maar de behoefte groeit om een volledig overzicht te hebben van alle cao-elementen”, aldus Goudriaan. “Dat is niet alleen belangrijk voor flexbedrijven zelf, maar ook voor de inleners die verantwoordelijk zijn voor het correct doorgeven van informatie. Als cao-afspraken niet goed worden nageleefd, kan dit leiden tot juridische en financiële risico’s, waaronder boetes of naheffingen van de Inspectie SZW.”

Minder risico’s op fouten

Om bedrijven hierbij te helpen, werkt Brightmine exclusief samen met de FNV. “Wij bieden cao-informatie niet alleen aan flexbedrijven, maar ook aan accountants- en administratiekantoren en verzekeraars. Daarnaast nemen wij deel aan projectgroepen van ABU en NBBU om standaarden te ontwikkelen voor de manier waarop cao-data wordt uitgevraagd. Dit draagt bij aan een efficiëntere verwerking en minder risico’s op fouten. Een gestandaardiseerd systeem voor cao-informatie kan helpen om interpretatieverschillen te verkleinen en voorkomt dat bedrijven elk op hun eigen manier de beloningscomponenten moeten analyseren en implementeren.”

Bestaansrecht, reputatie en certificering

De impact van incorrecte cao-data kan groot zijn. Bij controles kan blijken dat een medewerker te laag is ingeschaald, of dat tussentijdse loonsverhogingen niet correct zijn doorgevoerd. “Straks, met de WTTA, kun je alleen nog uitzenden als je SNA-gecertificeerd bent. Als je cao-afspraken niet goed naleeft, kan dat je certificering kosten en daarmee je bestaansrecht”, waarschuwt Goudriaan.

Goede reputatie is cruciaal

Daarnaast zorgt onjuiste cao-data voor onzekerheid binnen organisaties. HR-afdelingen en salarisadministrateurs zijn vaak afhankelijk van verouderde systemen of handmatige invoer, waardoor fouten snel gemaakt worden. Dit leidt niet alleen tot frustratie bij flexkrachten die ontdekken dat hun salaris niet klopt, maar kan ook reputatieschade opleveren voor het uitzendbureau of detacheringsbedrijf. “In de huidige krappe arbeidsmarkt is het behouden van een goede naam cruciaal om talent aan te trekken en te behouden.”

Belangrijke voorsprong

Flexbedrijven die proactief aan de slag gaan met het verzamelen en beheren van cao-data, hebben dus een belangrijke voorsprong. Door automatisering kunnen zij gegevens vooraf invullen en hoeven ze die alleen te controleren in plaats van handmatig informatie bij elkaar zoeken. “Dit vergemakkelijkt audits, zorgt ervoor dat de SNA-certificering behouden blijft en maakt bedrijven klaar voor de WTTA. Bovendien kunnen geavanceerde tools en software-oplossingen helpen om cao-wijzigingen direct te verwerken, zodat bedrijven altijd met de meest actuele informatie werken.”

Voorbereiden op nieuwe realiteit

De flexmarkt heeft altijd te maken gehad met veranderende regelgeving. De combinatie van de uitbreiding van de inlenersbeloning en de WTTA voegt echter een extra dimensie toe. “Het wordt steeds belangrijker om niet alleen de minimale inlenersbeloning bij te houden, maar om een volledig overzicht te hebben van alle cao-afspraken”, voegt Goudriaan toe. Dit betekent dat flexbedrijven verder moeten kijken dan alleen de huidige elementen van de inlenersbeloning zoals ze nu gelden.

Geen tijd te verliezen

“De inlenersbeloning wordt per 1 januari 2026 uitgebreid en dus er is geen tijd te verliezen”, besluit Goudriaan. Voor flexbedrijven is het dan ook zaak nu al na te denken over hoe zij hun cao-data op orde krijgen en slimme oplossingen kunnen inzetten om processen te vergemakkelijken. Alleen zo kunnen zij zich tijdig aanpassen aan de nieuwe realiteit in de flexmarkt: “De bedrijven die nu investeren in kennis, technologie en nauwkeurige cao-data zullen uiteindelijk beter gepositioneerd zijn om te voldoen aan de strengere eisen en tegelijkertijd concurrerend te blijven in een steeds complexer wordende arbeidsmarkt.”