Home > Kenniscentrum > Wat zijn de verplichtingen na twee jaar ziekte?

Wat zijn de verplichtingen na twee jaar ziekte?

Loondoorbetalingsplicht stopt na twee jaar arbeidsongeschiktheid

De verplichting om het loon van de arbeidsongeschiktheid van een werknemer door te betalen stopt als een werknemer langer dan twee jaar ziek is. De werknemer kan een WIA-uitkering aanvragen en als werkgever kun je de arbeidsovereenkomst beëindigen.

Dit is anders als UWV oordeelt dat je niet voldoende hebt gedaan aan de re-integratie van de werknemer en een loonsanctie oplegt. De loonsanctie duurt maximaal 52 weken. Tijdens deze verlenging van de loondoorbetalingsverplichting mag je de arbeidsovereenkomst niet wegens ziekte opzeggen.

Re-integratieverplichtingen lopen door

In tegenstelling tot de loondoorbetalingsplicht lopen de re-integratieverlichtingen na twee jaar ziekte gewoon door. Dit houdt in dat je verantwoordelijk blijft voor de re-integratie van de werknemer, die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is bevonden, tenzij je de arbeidsovereenkomst beëindigt. Hierop gelden enkele uitzonderingen, namelijk als:

  • de werknemer een IVA-uitkering krijgt;
  • de werkgever eigenrisicodrager is;
  • de werknemer ‘passend werk’ blijft doen;
  • de werknemer een WIA-uitkering krijgt en in dienst blijft.

Werknemer krijgt een IVA-uitkering

De re-integratieverplichtingen lopen niet door voor werknemers met een IVA-uitkering. Een werknemer komt alleen in aanmerking voor een (vervroegde) IVA-uitkering als sprake is van duurzame en volledige arbeidsongeschiktheid; als de kans heel klein (verwaarloosbaar) is dat de werknemer re-integreert. In dat geval hoef je je dus ook niet meer in te spannen om re-integratie mogelijk te maken.

Als een werknemer een vervroegde IVA-uitkering heeft, moet je het loon tijdens ziekte wel gewoon aan de werknemer betalen, maar dan mag je de IVA-uitkering van het loon aftrekken. Na 104 weken ziekte houdt ook de loondoorbetalingsverplichting op.

Werkgever is eigenrisicodrager

Werkgevers die hebben gekozen voor het eigenrisicodragerschap blijven – ook na eventuele beëindiging van de arbeidsovereenkomst – verantwoordelijk voor de re-integratie van de werknemer, die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is bevonden.

Als de loondoorbetalingsplicht van de werkgever is geëindigd en de arbeidsovereenkomst is beëindigd, wordt de re-integratietaak normaal gesproken verricht door UWV. Als gevolg van het eigenrisicodragerschap verplaatst deze verantwoordelijkheid zich naar de werkgever voor de duur van maximaal 10 jaar. Gedurende deze termijn is de eigenrisicodrager bovendien verplicht de WGA-uitkeringen van voormalige – en inmiddels (niet duurzaam en/of blijvend) arbeidsongeschikte – werknemers te blijven betalen. Er is een eigenrisicodrager dus ook veel aan gelegen hen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen: de eigenrisicodrager heeft dus zelf ook belang bij het welslagen van de re-integratie van de werknemer.

Een groot voordeel van het eigenrisicodragerschap is het feit dat de werkgever geen WGA-premies meer betaalt aan UWV. Dit kan lucratief zijn als de werkgever zelden wordt geconfronteerd met arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan 104 weken. Dan blijven de verzekeringspremies immers laag.

Passend werk na twee jaar arbeidsongeschiktheid

In het kader van re-integratie kan een werknemer ander, passend werk zijn gaan doen, binnen de eigen organisatie. In dat geval is het van belang om vast te stellen of het werk moet worden gezien als de ‘contractueel overeengekomen arbeid’ (ook wel de ‘bedongen arbeid’ genoemd). Dit heeft namelijk gevolgen voor de loondoorbetalingsplicht en de re-integratieverplichtingen van de werknemer.

Is het passende werk de ‘bedongen arbeid’ geworden? Wordt de werknemer in deze situatie ziek, dan gaan de gewone regels rond ziekteverzuim weer gelden. De werknemer heeft opnieuw recht op twee jaar loondoorbetaling tijdens de arbeidsongeschiktheid.

Is het passende werk niet de bedongen arbeid geworden? In dat geval hoef je als werkgever niet opnieuw twee jaar loon door te betalen als de werknemer ziek wordt. Meld dan wel schriftelijk aan de werknemer dat de arbeid nog steeds gezien wordt als passende arbeid. Het is dan raadzaam om het re-integratietraject ‘lopend te houden’ en evaluaties uit te voeren, controles door de arboarts te laten uitvoeren en op gezette tijden te rapporteren dat de passende arbeid nog steeds is gericht op terugkeer in de oorspronkelijke functie.

Let op

Het kan ook voorkomen dat de werknemer in dienst blijft en zelf een aanbod doet om passend werk te verrichten. Als werkgever moet je dat aanbod dan aanvaarden, tenzij dit ‘redelijkerwijs niet gevergd kan worden’. Leg je het aanbod ongemotiveerd naast je neer, dan heeft de werknemer recht op loon voor de passende arbeid. Dat geldt dus ook na de periode van verplichte loondoorbetaling.

Werknemer krijgt een WIA-uitkering en blijft in dienst

Als een werkgever een werknemer in dienst houdt nadat aan hem een WIA-uitkering is toegekend, geldt de no-riskpolis bij een nieuwe ziekmelding die valt binnen vijf jaar vanaf de ingangsdatum van de WIA-uitkering. Dat geldt ook voor een werknemer van wie de aanvraag voor een WIA-uitkering bij het einde van de wachttijd is afgewezen. In die afwijzingsbrief staat dat de no-riskpolis geldt in een nieuw dienstverband dat start binnen vijf jaar na de afwijzing van de WIA-aanvraag. Dit geldt als hij ziek wordt binnen vijf jaar na de start van dit dienstverband.

Een en ander betekent dat de werknemer een ziektewetuitkering van UWV ontvangt als hij ziek wordt. De ziektewetuitkering is 70% tot 100% van het dagloon.

De no-riskpolis hoeft niet te worden aangevraagd. Als de werknemer ziek wordt, hoef je alleen (binnen zes weken) door te gegeven aan UWV dat voor hem een no-risk polis geldt.

De no-riskpolis geldt meestal vijf jaar. In bijzondere situaties kan een verlenging van nog eens vijf jaar worden gegeven. Het kam bijvoorbeeld als de werknemer een ernstige ziekte heeft.